Categoriearchief: column september 2016

VOORSTRAAT NOORD

voorstraat-noord1voorstraat-noordDordrecht heeft een cultureel hart. Dit hart ligt in de boezem van de stad op de Voorstraat Noord. Op één of andere manier is dit gedeelte al sinds jaar en dag verbonden met kleinkunst en muziek. Het was afgelopen week weer niet anders en we hebben ons kostelijk vermaakt.

Er gebeurt de laatste jaren veel op festival- en evenementengebied in Dordrecht, maar dit feestje is gewoon van ons Dordtenaren zelf. Medestadsgenoten wijzen je dan ook op wie, waar en wat er te bewonderen is. Langzaam schuifelend langs de diverse kraampjes met huisvlijt, blenden we van lieverlee in en gaat de bluesmuziek als vanzelf over in hoempapa en vervolgens in bigband klanken. Uiteindelijk komen we via de Riedijk op het Otto Dickeplein. Grappig, dat deze Dordtse selfmade kunstenaar, met nationale allure, nu automatisch als eindstation verbonden is aan ons culturele feestje. Op “zijn” pleintje hebben zich de moderne kleine zelfstandigen, met oude campertjes vol etens- en drinkwaar, geposteerd in een cirkel die doet vermoeden dat je in een rondreizend zigeunergezelschap terecht gekomen bent. Overal zie je deze rondreizende opportunisten tegenwoordig opduiken en het ziet er verdomd gezellig uit. We strijken neer op één van de bankjes aan een lange tafel en al snel schuiven een oom en tante van mijn vrouw aan. “Biertje?” “Lekker!” Na wat drankjes heen en weer, nemen we afscheid om vervolgens mijn neef en zijn vrouw te begroeten. “Biertje? “Lekker!” We hebben een leuk gesprek over literatuur en creativiteit. Voordat we er erg in hebben staan de volgende bekenden alweer voor onze neus. “Biertje? “Nou, wij gaan even lopen voordat het niet meer gaat!” Bedanken we netjes voor de eer. Eénmaal terug op de Voorstraat koop ik een paar echte suèdeschoenen met ouderwetse spekzolen voor tien euro. Voor mijn gevoel is de buit binnen en kunnen we langzaam op huis aan. Voldaan komen we langs een Tai Chi uitvoering en mijn vrouw raakt geïnspireerd. Ze kent de lerares en na enige aarzeling staat ze even later met haar zus, die hier ook bekend mee is, midden op straat prachtige vloeiende bewegingen te maken. Zwager en ik staan erbij en kijken ernaar. “Biertje? “Lekker!” Na de voorstelling bevind ik me ineens, met het illustere gezelschap, in het onderhuis van het eeuwenoude pandje. Wat een contrast met de mooi afgewerkte gevel. De oude staat en interieur van het huis ademt duidelijk een sfeer uit van “de geest is belangrijker dan het lijf”. Hier heb ik schijnbaar nog wat te leren want lang houd ik dit niet uit en even later bevind ik me, samen met het achtjarige kleinzoontje van mijn schoonzus, lekker buiten en breng ik hem de eerste beginselen van marktwerking bij. De kleine man lokt, onder mijn aanmoediging, voorbijgangers aan, om naar een mooi kleurenspel door de winkelruit te kijken en vraagt, niet geheel vrijblijvend, een kleine donatie. Uiteindelijk is de dagopbrengst een slordige twaalf euro en ben ik zijn grootste vriend voor deze dag. Misschien niet helemaal zen maar wel erg grappig. Inmiddels staat zwager bij de kroeg voor de deur en ontlok ik hem de vraag: “biertje?” “Lekker!” is mijn antwoord. De alcohol op dit volksfeest kickt langzaam maar zeker in. Wanneer we bij de bierdrinkwedstrijd staan te kijken en één van de helden de laatste slok van vier liter gerstenat net zo snel weer teruggeeft, word ik zowat onpasselijk. Als afsluiter doen we nog een lichtvoetig dansje op een Stingcover. Wanneer mijn vrouw vraagt: “Biertje?” bedank ik bijna voor de eer.

Wouter Kramer                                                                                                   Column 88, 15-09-2016

riedijk

 

DE NOBELPRIJS VOOR DE VREDE

image

Gisteren is Shimon Peres overleden. 93 jaar geworden in een leven vol gevaar, stress en lange dagen. Hard werken is dus niet per definitie slecht voor je. Het is het omgaan met de lichamelijke en geestelijke belasting en balans houden in je gestel en je gemoed.

Voor mij is dit voorbehouden aan de ware levenskunstenaars. Eens in de zoveel jaar worden dit soort kanjers geboren en brengen zij de mensheid op een hoger plan. Duidelijk een visie en een beleid voor ogen hebben en dit zo vertalen naar de buitenwereld dat men je gelooft en volgt. Een ieder heeft hierin wel zijn eigen held, voorbeeld of inspiratiebron. Shimon Peres heeft aan de verschillende kanten van de geweldslijn gestaan en weet wat voor dilemma’s dat met zich meebrengt. Populisme heeft een kortstondig succes en getuigt niet van waar leiderschap. Een herder neemt niet alleen zijn sterke schapen mee de heide op, maar zorgt dat de gehele kudde veilig kan grazen en in zijn geheel weer thuiskomt. Toen Israël bedreigd werd in haar bestaan heeft Shimon gekozen om met hand en tand zijn land en landgenoten te verdedigen. Eenmaal in wat rustiger water heeft hij beseft dat, wanneer je ingeklemd bent door grote vijanden, je de dialoog dient te zoeken die vrede, of op zijn minst rust, kan brengen. Van een felle havik is hij getransformeerd naar een vredesduif. Dit heeft hem binnen eigen gelederen diverse malen de titel “landverrader” opgeleverd. Als je dan nog steeds je visie en beleid rustig en onderbouwd kan uitleggen, levert het je uiteindelijk terecht de Nobelprijs voor de Vrede op. Mooi is, dat hij dit heeft gedeeld met Yasser Arafat, de gezworen Palestijnse vijand van de Israëlieten. Alle credits heeft Shimon zijn mede prijs winnaar toebedeeld. Politiek slim of niet, hij kon het verkopen! Altijd met het oog op bescherming van zijn volk.

Nu heb ik gisteren ook zijn tegenpool gezien, Donald Trump. Voor mij is het pure armoede dat deze non-denker naar de onwaarschijnlijk belangrijke functie van President van de USA kan meedingen. Het gaat er bij mij niet in, dat er in de States geen persoon te vinden is, die enigszins kan tippen aan oude Shimon. Wellicht is de krasse geëngageerde socialist de dans wel bewust ontsprongen om niet geconfronteerd te worden met een oliedomme gesprekspartner. Ik zie het al voor me, een driftige oom Donald flapt er iets antisemitisch uit en Shimon stelt een diepzinnige gewetensvraag. Donald weet totaal niet waar het over gaat en denkt dat het een joods grapje betreft. Schaapachtig lacht Donald dat hij ’m snapt. Shimon zegt: “ Rustig maar jongen, rustig maar.” Donald antwoordt: “Ik ben rustig hoor.” “Weet ik” zegt Shimon “Ik heb het ook niet tegen jou!”

Ik hoop erop te kunnen vertrouwen dat er, in democratisch Amerika, voldoende verstandige beslissingen genomen worden voor de uitdagingen waar we in de wereld met z’n allen voorstaan. In Nederland heb ik het idee, dat er door de politieke partijen mensen op beslissingsniveau getoetst zijn op hun gezond verstand. Het is voor mij een geruststellende gedachte, dat leiderschap gepaard gaat met wijsheid. In mijn optiek moeten we dit ook zo waarborgen en er vertrouwen in hebben. Ik vind het referendum dan ook een gruwel. Je laat toch ook niet de tweede keus van je team de opstelling maken vlak voor de kampioenswedstrijd. Ik neem er een oude Simon van Rutte op. Proost! RIP.

Wouter Kramer                                                                                      Column 90, 29-09-2016

DE DUBBELE MORAAL VAN TROTS

relatieprobleemMen noemt mij een trots manneke. Dat klinkt wel aardig, al zeg ik het zelf. Maar is dit terecht? Want wat wordt er eigenlijk mee bedoeld? Is het zelfverzekerdheid, fierheid op mijn dierbaren of arrogant en zelfingenomen, waardoor onbenaderbaar.

Het fenomeen trots, wordt ook te pas en te onpas ingezet. We stimuleren bijvoorbeeld de zelfverzekerdheid van ons kroost. Indien ze aan onze verwachtingen voldoen en bepaalde prestaties leveren, gaan we daar nog eens extra van glimmen. Maar indien ze afwijken van de norm en eigenzinnig zijn, stellen we opportuun net zo makkelijk weer bij en zijn we zeer ingenomen met hun unieke karakter. Het kost ook geen enkele moeite, we pochen van nature gewoon heel graag over onze kinderen. Dat is ook wel nodig want, omdat ze zo op ons zelf lijken, zijn het soms net mensen en plakken we ze af en toe het liefst achter het behang. Mooi dat hun geluk en succes, in welke vorm dan ook, uiteindelijk op ons zelf afstraalt. Want ook wij hebben over het algemeen bevestiging nodig om gelukkig te zijn. Buiten dat, wie zichzelf niet kietelt, lacht te weinig.

Een enge kant, van het oerinstinct der veilige eigen stam, is dat het misbruikt wordt voor een misplaats groepsgevoel. De politieke partij “Trots op Nederland” sluit in mijn beleving juist sommige Nederlanders uit van deelname aan dit proces. Zodra je het namelijk breder trekt dan je eigen omgeving krijgt het een onwezenlijke lading. Oranje is inmiddels een geuzenkleur geworden en zelfs onze koning is een toffe peer. Wie weet wat hij allemaal privé uitvreet, maar omdat hij een aardige gozer lijkt, die een lekker wijf gescoord heeft, zijn we toch trots op “onze” Hollandse kinkel. Het pronken met andermans veren is heel erg makkelijk bij succes en mij zeker niet vreemd. Oprecht blij, identificeer ik me graag en met Nederlandse triomfen, als waren het mijn eigen verdiensten.

Eerlijk gezegd zou ik graag immer trots op mezelf zijn, omwille van wat ik neerzet. Ik pretendeer een sociale jongen te zijn, die begrijpt dat we alles dienen te delen op deze planeet, om het geluk per individu te waarborgen. Zover ben ik helaas niet en het is zeer de vraag of ik in de resterende tijd die ik heb, dit nog ga bereiken. Mijn geaardheid en beperktheid staan dat vooralsnog in de weg. Ik ben soms gewoon te trots om toe te geven dat het ook anders kan. Weloverwogen rust en wijsheid gun ik mezelf en daarmee steun voor een ander. Vreemd is, dat tussen besef en uitvoering zo’n groot verschil kan zitten. Daar ben ik allerminst fier op. Wanneer zet je jezelf opzij? De laatste tijd bijvoorbeeld, communiceren mijn vrouw en ik niet zo gemakkelijk meer. Raar is dat, naarmate we elkaar steeds beter leren kennen, de tegenstellingen groter lijken te worden. Daar waar we ooit onbevangen ons kwetsbaar hebben opgesteld, staan we nu regelmatig als kemphanen, of als twee doofstommen, tegenover elkaar. Het trotse manneke zit zichzelf nu behoorlijk in de weg. Het kost ongelofelijk veel moeite om ruimte te creëren, omdat het eigen gelijk de boventoon voert. Telkens als ik aan mezelf twijfel, verwacht ik dat mijn vrouw dit begrijpt en zelf ook doet. Tot die tijd is er geen opening voor een stap opzij. Ik weet echt niet waar ik goed aan doe. Trots recht ik mijn rug, om gevoelsmatig voor mezelf op te komen. Als ik daardoor alleen kom te staan, slaat het nergens op.

Wouter Kramer                                                                                                      Column 89, 22-09-2016

relatietherapie_groningen

KLOTE KNIE

image

Wat doet een blessure met je?

Het is inmiddels meer dan twee maanden geleden. Toch er zit nog niet veel schot in de genezing van mijn rechterknie. Daar is het overigens misgegaan, met een schot. Weliswaar goed geraakt en achteraf het winnende doelpunt, maar uiteindelijk ben ik de grote verliezer van dit vervloekte potje voetbal tijdens ons bedrijventoernooi. Waarschijnlijk is mijn meniscus beschadigd.

Zes jaar geleden ben ik met de leukste sport op aarde gestopt.Tijdens mijn, vooraf aangekondigde, afscheidswedstrijd brak ik notabene mijn kuitbeen, waarmee ik mijn beslissing overduidelijk kracht bijzette. Op de röntgenfoto, die van de week genomen is, was de oude breuk nog duidelijk zichtbaar. Ik meldde de orthopeed, dat ik destijds wel na vijf weken alweer aan het tennissen was. Nu heb ik de start van diverse competities al moeten laten schieten. Je kan beter wat breken. Ik word daar niet zo vrolijk van! Volgens de mensen in mijn directe omgeving is dat een understatement. Zij vinden, dat ik knorrig en verre van vrolijk ben. Dit lijkt mij enigszins overdreven, maar het is een feit dat ik sport nodig heb om te ontladen. Blijkbaar bouw ik spanning op gedurende de week, die er zacht en lief uitkomt tijdens een partijtje tennis. Inmiddels heb ik mijn heil gezocht in wandelen, zwemmen en fietsen. Dit is goed voor de conditie en om mijn pijnlijke been in beweging te houden. Echter ontlaadt het de spanning niet voldoende. Als hier niet snel verandering in komt eindig ik schijnbaar, in het gunstige geval, bij een haptonoom en anders bij een advocaat. Tevens lever ik een gevecht met mezelf. Ik ben gezegend met een gezond en makkelijk lijf. Nu vraag ik mij af of mijn lichaam mij voor het eerst in de steek laat? Of is het precies andersom, heb ik mijn lichaam in de steek gelaten? Sportief als ik ben, geef ik mezelf het voordeel van de twijfel. Soms smeek ik mijn knie gewoon om snel te genezen, terwijl ik het gekwetste gewricht zachtjes en liefdevol masseer. De meningen van de mensen om me heen lopen nogal uiteen. “Wat ben jij een lul zeg, om weer te gaan voetballen!” of “Dat geneest nooit meer helemaal naar het oude niveau, dat is de ouderdom, jongen.” Tot “Jij komt er wel weer bovenop, even een kijkoperatie en over een jaar spring je weer over een hek.” Maar ik word er zo moedeloos van. Hoe ga ik hier nu een positieve draai aan geven? Het ziet ernaar uit dat ik, sinds het verwijderen van mijn amandelen, wat overigens een bijzonder traumatische ervaring was, omdat ze me onder valse voorwendselen onder zeil gebracht hadden, geopereerd moet worden. We gaan het beleven. Van de week een MRI-scan en de week erop weer naar de orthopeed. Die MRI wordt een nieuwe ervaring en ik weet niet wat me precies te wachten staat. Dit, terwijl ik eens een gozer met claustrofobie heb wijsgemaakt, dat je in een soort dwangbuis, een enge benauwde tunnel door geperst wordt, waarbij je totaal niet mag bewegen. Vlak voordat het plaats vond, is hij in blinde paniek het ziekenhuis uitgerend. Geintje moet kunnen toch! Nu is het mijn beurt en ik ben eerder nieuwsgierig dan angstig. Ergens hoop ik, dat de orthopeed gaat vertellen dat met wat weekjes fietsen en fysio het euvel over moet zijn. Anders gaat het mes erin. Hier moet een oplossing voor komen, want ik ben net een snelkookpan die op het punt staat om te gaan fluiten. Vanavond daarom maar weer een flink stuk fietsen. Voor mezelf en uiteraard voor mijn directe omgeving.

image

Wouter Kramer                                                                                                      Column 87, 08-09-2016

SPANNING

 

3d human give a lecture behind a podium

Spreken is toch iets anders dan schrijven.

Het lijkt soms zo eenvoudig. Of ik bij een tuinfeest van een tennisvriend, die zijn verjaardag viert, drie columns wil voordragen.

Nou ken ik de tekst, dus hoe moeilijk kan het zijn, dacht ik bij mezelf. “Geen probleem jongen, leuk! Welke wil je dat ik voordraag?” antwoordde ik daarom vol zelfvertrouwen. “Wel, er komt een gemêleerd gezelschap en niet alleen Dordtenaren, dus: de Schapenkoppen, wil ik wel graag voorgedragen hebben. Verder moet je zelf maar kijken wat je leuk vindt. Oh, voordat ik het vergeet, er wordt ook piano gespeeld. Een jonge dame komt klassieke stukken spelen en het lijkt me een goed plan als jij daarna je zegje doet”.

Daar begint het al! Nu moet ik gaan kiezen. Wat vind ik leuk? En wat past er bijvoorbeeld bij een klassiek pianostuk? Uiteindelijk vind ik een stuk over tennis wel van toepassing, gezien onze vriendschapsband. Verder wil ik graag het verhaaltje over het pand van mijn voorvaderen uit de Grotekerksbuurt delen met het publiek. Later in de week spreek ik mijn maat en hij vraagt of ik er al uit ben en of ik me wel goed wil voorbereiden. Als tip geeft hij mee, dat ik het een paar keer hardop voor moet lezen! Hier had ik eerlijk gezegd nog niet bij stil gestaan. Er wordt kennelijk nogal wat van me verwacht. Of is er geen vertrouwen in mijn performance? Bijna ga ik aan mezelf twijfelen en voor de zekerheid print ik de geselecteerde verhaaltjes alvast uit. Volslagen belachelijk sta ik in onze tuin de, mij bekende, teksten tegen de kat en de hond met bijpassende armbewegingen ten gehore te brengen. Ik vind het goed zo! Ik zou er haast nerveus van worden. Om vier uur worden we de bewuste middag bij de tuinborrel verwacht. We fietsen naar het relatief nieuwe wijkje aan de Reeweg-zuid. Ik weet nog, dat mijn moeder daar een biologisch volkstuintje had, waar ze verontwaardigd plaats moest maken voor huizenbouw. “Wij jarenlang onze stinkende best doen om gifvrij te tuinieren om nu weggestuurd te worden, zodat rijke stinkers hier gifvrij kunnen wonen” wist ze me destijds boos te vertellen. Het kan haast niet anders, dat mijn vriend en zijn vrouw op het voormalige tuintje van mijn moeder wonen, want alles groet er welig en prachtig fruit komt je door de hele tuin sprankelend tegemoet. Ik overhandig de jarige mijn gesigneerde boekje als cadeau en neem een koele licht alcoholische versnapering op deze bloedhete zomermiddag. Als twee vreemde eendjes in de bijt bewegen we ons nog een beetje onwennig in de langzaam volstromende tuin. De gastheer doet zijn uiterste best om ons op ons gemak te stellen en dat lukt hem bijzonder aardig. Dan is het zover! Ietwat gespannen kondigt de jarige Job het programma aan bij zijn gasten. Elk heel uur, vanaf nu, wordt er piano gespeeld en een verhaal vertelt en of een ieder hier even aandacht aan wil schenken. Rond de piano zijn diverse stoelen opgesteld, ik neem plaats in de deuropening, zodat de toehoorders binnen en buiten me goed kunnen verstaan. De verwachtingen worden duidelijk opgeschroefd en nu het zover is, voel ik de blikken reeds op me gericht, terwijl de jonge dame nog moet beginnen. Als even later de kop eraf is, geeft mijn trotse vrouw me een klein advies voor verhaal twee. Vanaf dat moment ben ik beroemd in de tuin en heb hele leuke gesprekken met interessante mensen. Maar goed dat ik geen vier verhalen hoef voor te dragen, want door voldoende witte wijn neemt mijn spraakvermogen rap af. Het was een geweldige ervaring en mijn vriend en ik kunnen, eindelijk ontspannen, terugkijken op geslaagd feestje.

image

Wouter Kramer                                                                                                      Column 86, 01-09-2016