Categoriearchief: column januari 2017

VERDWALEN IN BELGIË

43x53 http://www.sanderusmaps.com/en/our-catalogue/detail/162995/%20antique-map-of-brussels-by-janssonius-j./

“Nou, dat is ongelooflijk!”, zegt mijn lief, wanneer we vanuit het gezellige hart van Brussel de parkeergarage in de wijk Sint Joost weer in één keer terug gevonden hebben. Vooraf heeft ze me op het hart gedrukt dat ze niet wilde verdwalen, om vervolgens in het donker met een zere rug de halve stad te doorkruisen.

“Let dus goed op hoe we lopen, vriend, anders krijgen we geheid ruzie!” Gezien mijn staat van dienst in het terugvinden van een geparkeerde auto, weet ik dat ik op voorhand ruzie toch niet kan uitsluiten, dus zeg ik luchtig; “Geen paniek schat, ik heb herkenningspunten in mijn geheugen geprent, diverse duiven heb ik onderweg zien zitten en die volgen we dadelijk gewoon weer terug!” Lachend vervolgen we onze weg en ik let wel degelijk goed op hoe we lopen. We komen net van onze familie uit Haasrode vandaan waar we, zoals gebruikelijk, heel hartelijk en gastronomisch perfect ontvangen zijn. Oom en tante, met kinderen en kleinkinderen, onderhouden met ons neven en nichten graag het dunne, maar o zo prettige, familielijntje. Geschiedenis, verwantschap, heden en toekomst komen aan bod. Wanneer we de verwennerijen van lieve tante ons hebben laten bekomen, gaan vrouw en ik deze keer Brussel verkennen. De rest van het gezelschap gaat de mooie verzameling “kunst van oom” bewonderen. De kleine artistiekeling heeft een grote bekendheid verworven, die verder strekt dan zijn directe omgeving. Terecht, want als je je talent om kan zetten in geëngageerde passie, dan komt de aandacht vanzelf. En daar zijn wij niet vies van in onze familie!

Wanneer we Brussel binnenrijden, ontwaren we het karakter van een wereldstad. Er wapperen allerlei Europese vlaggen voor de ingangen van torenhoge moderne gebouwen. Ze omringen het karakteristiek oude centrum. Daar is een grote Chinese optocht aan de gang. Draken en drums bepalen beeld en geluid deze middag. Het is een exotische verrassing in een van oorsprong Waals/Vlaamse omgeving. Maar de stad lijkt sowieso overgenomen door mensen, die geen Vandenbroucke, Wouters of Vercauteren heten. Wanneer we, na een heerlijk trappistenbier, het inmiddels door Chinezen verlaten plein betreden, merkt mijn vrouw terecht op, dat dit zomaar het plein in Antwerpen zou kunnen zijn. In bouwstijl is dat zeker waar, maar verder lijkt men in Brussel absoluut niet van het bestaan van de steeds belangrijkere havenstad te weten. Ik vraag me af of het afgunst is, of dat de taalgrens er wellicht mee te maken heeft? Voor het oefenen van de Franse taal overigens wel handig, dat letterlijk alles hier tweetalig wordt aangeduid! In ieder geval brengt dit bruggetje mij mooi bij onze 3 e etappe van de dag, de terugreis. “Niet te vroeg juichen”, zeggen we beiden tegelijk, wanneer we de parkeergarage uitrijden. Stap voor stap de zegeningen tellen. Voor de zekerheid de navigatie maar op ‘Thuis’ instellen. Hier linksaf geeft het verraderlijke apparaat aan, ons vertrouwen is door de jaren heen ernstig aangetast door de kleine leugenaar! Deze keer gaat het niet beter, na zes keer omgedraaid te zijn, acht keer onvoorstelbaar hard gescholden te hebben en alle Belgische steden op de borden gezien te hebben, behalve Antwerpen! Begeven we ons later, tien kilometer verder dan bij aanvang, met een vertraging van een half uur op weg naar huis.

Wouter Kramer                                                                                                  Column 103, 29-01-2017

SCHOOLREISJE

familie-foto-angelique

Om half vier vanmorgen ging de wekker. Drie kwartier later moesten we de broer van de vrouw oppikken, dus ik werd gesommeerd om op te schieten. Meestal is het net andersom, maar nu is de vrouw eerder vertrekklaar. Onhandig hijs ik me in pakkie deftig, omdat ik vanavond een netwerkborrel van mijn werk heb. Duidelijk overdressed voor de komende uitdaging, voel ik me nu ongemakkelijk op dit onmogelijke tijdstip.

Als ik beneden kom, staat mijn thee al klaar met een plakje peperkoek, is de auto reeds aan het opwarmen en hoef ik alleen nog maar de zware koffer in de achterbak te tillen. Zelfs de hond heeft al gepiest en de kat gegeten. “Kom op nou, mijn broer staat waarschijnlijk al, met min vijf, een kwartier buiten!” zegt de nerveuze echtgenote pinnig. Ik probeer de rust te bewaren om er zeker van te zijn dat er niets vergeten wordt. Eénmaal op de Noordendijk staat zwager inderdaad al met zijn eveneens enorme koffer te wachten. Hij is echter zeer goed gemutst en dat begrijp ik wel. Want we vervolgen namelijk onze weg naar mijn schoonouders, waar de twee zussen van de vrouw zich ook al verzameld hebben. Schoonmoeder heeft haar kinderen getrakteerd op een vakantieweek naar de zon. Alleen met haar eigen kinderen wel te verstaan en ook schoonvader gaat niet mee. Wat wel mag, is wegbrengen en aangetrouwde zwager en ik zijn de gelukkigen! Ophalen zou overigens ook erg op prijs gesteld worden, maar ik wil dat genoegen natuurlijk andere familieleden niet ontnemen! In het verzamelpunt op de Singel is het binnen “huize vakantiegangers” een drukke boel. Om vijf uur ’s morgens worden er uitgelaten dansjes gedaan en de één is nog nadrukkelijker aanwezig dan de ander. Het is combinatie van spanning en sensatie. Hoe zal het gaan met z’n allen? heb ik alles bij? Is het lekker weer daar? Moet ik nu al een pilletje voor de vliegangst nemen? Nog even en ze staan met z’n vijven luidkeels te zingen om de spanning te doorbreken. Schoonpa zit er met een slaperige kop bij en denkt duidelijk aan het moment dat iedereen is opgesodemieterd en hij weer onder de wol kan kruipen. Schoonma loopt voor de zoveelste keer haar lijstje na en is op van de zenuwen. Net herstelt van de tweede griepaanval in korte tijd, loopt ze als een kip zonder kop rond. Bij mijn eigen vrouw kun je inmiddels een ei in haar kont gaar koken. Als zwager de koffers gaat inladen, kijken de zusjes me met strakke koppies en grote ogen aan, alsof ze net als vroeger zo de bus in kunnen stappen voor een schoolreisje naar een onbekend pretpark. Het wordt duidelijk tijd om te gaan. Na het uitzwaaien gaan we op pad richting Schiphol. Koud onderweg, kan ik er bij Hendrik Ido Ambacht al weer af omdat schoonma toch nog wat vergeten is! “Godsammetruttenbolle, ik kan mezelf wel voor m’n kop slaan.”; zegt ze vol schaamte. “Laat ik de telefoon in de oplader zitten.” Hilariteit alom en de toon is gezet. Schoonpa wordt gebeld om klaar te staan met het, tegenwoordig onmisbare, kleinood. De beste man ligt reeds in zijn pendek op één oor en de zusjes zeggen dat hij maar mooi naar buiten moet komen met de telefoon. Het bederft de goede sfeer geenszins en na een voorspoedige trip en een geslaagde incheck kunnen we eindelijk ontspannen met z’n allen een bakkie doen. Daarna kusjes voor mijn schat en fijne vakantie gewenst. Veel plezier schoonfamilie! Ook ik ga genieten van een weekje rust. En wie weet kom ik jullie wel weer ophalen, maar dat laat ik nog even in het midden!

Wouter Kramer                                                                                                   Column 102, 19-01-2017

WERK DAT NIET MAG OPVALLEN

klussen-zuidendijk

Van de week heb ik in het nieuwe “oude” huis van dochter en schoonzoon geklust. Heel vertrouwd op de Zuidendijk, weer met allerhande gereedschap aan de slag. Ik ben een ouderwetse klusser, die nog hamers en tangen gebruikt, welke ik als beginnend verbouwer aangeschaft heb of ooit van mijn familie geërfd heb. Waarom iets wegdoen dat nog goed is? Niet alles waar een snoer en stekker aanzit, of op een grote accu werkt, is per definitie beter.

Wel hecht ik waarde aan goed en scherp timmermansgereedschap, dus zagen en beitels moeten nieuw of zorgvuldig bijgehouden zijn. Dat heeft weer zijn mooie vruchten afgeworpen. Tevens heb ik schoonzoon geïntroduceerd in de schone kunst der houtbewerking. We hebben een ontbrekend deel van de parketvloer in de woonkamer aangeheeld. Dit was nodig, nadat daar de haard is verwijderd. Dat je dan iets meer dan een vierkante meter eiken vloer mist, bleek bij de nieuwe bewoners toch nog enigszins een verrassing. Even wat nieuwe planken erin en klaar, was helaas niet van toepassing. Ten eerste waren er bij de oude bewoners geen planken meer bewaard en ten tweede was met geen mogelijkheid de leverancier meer te traceren. Dit blijkt overigens een slimme verkooptruc om je uiteindelijk een hele nieuwe vloer aan te smeren.

Via via zijn dochter en ik bij de eigenaar van Alpon vloeren op de Blekersdijk in Dordt uitgekomen. De beste man is in de goede zin des woord een houten klaas. Een echte liefhebber van dit natuurlijke materiaal. Van buiten kun je niet om de zaak heen en van binnen ademt alles de geur van het lichte berken- tot het donkere ebbenhout uit. Bij onze vraag of hij ons wellicht kan helpen aan parketplanken met een eiken toplaag, van een bewuste afmeting, lichten zijn ogen op en merk je aan alles dat deze man ons wel kan zoenen, vanwege het feit dat wij niet vragen naar het akelige kunststof laminaat. “Nou dat zal nog niet meevallen”, zei hij verderop in zijn magazijn “Rijden jullie maar even achter mij aan, dan gaan we daar even lekker snuffelen.” Bij het betreden van de loods, komt de man in zijn walhalla terecht, alles hierbinnen is van hout of heeft met hout te maken. Van de grond tot het plafond liggen er restanten van vloeren opgestapeld. Wij zien door de bomen het bos niet meer, maar deze kenner weet feilloos waar hij moet zoeken, naar de juiste planken die wij nodig hebben. Schuivend, snuffelend en opzij leggend komt hij steeds dichter bij het doel. Trots staan we even later met vier prachtige planken van praktisch dezelfde afmeting en kleur in onze handen. Het symbolische bedrag, dat we moesten afrekenen, zegt genoeg over het genot dat we deze man hebben gegund. Op de vraag, welke lak er het best op de vloer kan, zegt de connaisseur gedecideerd: “Olie! Hout gaat in de olie”, en op de valreep krijgt ze nog een blikje in haar handen gedrukt.

Een week heb ik nagedacht over hoe we met planken, die net afwijken van de originele maat, een vloer zo mooi en natuurlijk mogelijk kunnen aanhelen. Uiteindelijk zijn de planken aan alle kanten op maat gezaagd, met metalen strips verbonden, gelijmd en volledig gelijk met de vloer ingepast. Het hele proces van bedenken, passen, meten en maken heeft een onzichtbaar resultaat opgeleverd, zeker nu er een bank overheen staat. Trots kijken schoonzoon en ik nog één keer naar niets.

Wouter Kramer Column 101, 21-01-2017

HET IS MAAR EEN GETAL

100-jaar

In de moeilijkste periode van mijn leven, toen mijn wereld instortte en er meer zwart dan wit was in mijn bestaan, heb ik me vastgehouden aan het getal 100. Wat er ook gebeurt, of je nu gelukkig bent of niet, arm of rijk, succesvol of onder een brug. Het kan zomaar zijn, dat je in al die omstandigheden 100 jaar oud wordt. Met die wetenschap, is het dan toch wel handig om er maar het beste van te maken.

Inmiddels ben ik over de helft en lacht het leven me toe. Ik heb gelukkig, richting mijn centennial, nog vele lentes te gaan. Bovendien heb ik mijn vrouw beloofd haar te overleven en geloof me maar, zij wordt stokoud! Belofte maakt schuld, dus ik heb grote kans de 100 te halen. Ook het feit, dat ik nog geen opa ben en dit er volgens mij voorlopig nog niet inzit, betekent dat ik geduldig mijn tijd moet nemen om later met de kleine schoffies en schoffesses, op schoot liedjes voor ze te zingen. Ik ben benieuwd of ik de gekke liedjes, die mijn vader vroeger voor ons zong, dan nog herinner? Dat zal afhankelijk zijn van mijn geestelijk aftakeling, Fysiek zal het allemaal nog wel in orde zijn, want ik leef heel zuinig en mijn lichaam is mijn tempel. Maar ik word al een beetje vergeetachtig en de teksten van liedjes zijn toch al niet mijn sterkste kant. Dan maar 100 uit nonsens op ratelen, dat lukt me denk ik altijd nog wel.

Ik weet nog dat ik vroeger de magische hoeveelheid van 100 mooie glazen knikkers, met pieken en schuiven, binnengehaald had. De eerlijkheid gebied te vermelden dat alles wat rond was, van een bepaalde afmeting, meegeteld werd en een klein beetje valsspelen hier en daar niet geschroomd werd. Dus stalen kogels uit lagers en witte kalkenpoepers maakten gewoon deel uit van het geheel. Mijn eerste 100 gulden op de zilvervlootrekening, die mijn zuinige moeder voor me geopend had, is ook zo’n mijlpaal! Na eindeloos oefenen, bij ons voor de deur op het Goeman Borgesiusplantsoen, een bal hooghouden totdat de 100 gehaald was. “Zou ik dan toch nog een technische voetballer worden?” De dikke overschrijding van 100 kilometer per uur en dito boete, met mijn eerste sportautootje, vergeet ik ook niet meer. De wilde orchideeën in de tuin in Frankrijk. Bij aankoop exact 42 bloeiende exemplaren van de prachtige paarse Mannetjesorchis en al na twee jaar, van gericht maai en hooiwerk, de 100 gepasseerd.

magisch-getal-100

Zo zie je maar, dat 100 voor mij een getal is met een verhaal. De ene keer van meerwaarde en de andere keer een ingeprente herinnering. Nu schrijf ik dus een verhaal met een getal. Naar dit aantal heb ik niet echt toe gewerkt, maar het is nu wel zover. Eerlijk gezegd had ik van tevoren niet gedacht dat ik de 100 zou halen. Wat ooit begon als één van mijn vele onrustige “artistieke” zijsprongen, die meestal vroegtijdig in schoonheid sterven, schrijf ik nu al meer dan twee jaar bijna wekelijks mijn stukjes proza. Buiten het plezier dat ik aan het schrijven beleef, is ook de waardering van de lezers absoluut de oorzaak van deze ongelofelijke hoeveelheid hersenspinsels. Voor de tevreden lezer is dit een hint, moge dat duidelijk zijn! Of ik dit tot mijn 100e verjaardag volhoud en waar het eindigt, weet ik nu nog niet? Gelukkig is 100 inmiddels ook maar een getal en geen doel meer.

Wouter Kramer                                                                                                    Column 100, 05-01-2017