Tagarchief: zussen

SCHOOLREISJE

familie-foto-angelique

Om half vier vanmorgen ging de wekker. Drie kwartier later moesten we de broer van de vrouw oppikken, dus ik werd gesommeerd om op te schieten. Meestal is het net andersom, maar nu is de vrouw eerder vertrekklaar. Onhandig hijs ik me in pakkie deftig, omdat ik vanavond een netwerkborrel van mijn werk heb. Duidelijk overdressed voor de komende uitdaging, voel ik me nu ongemakkelijk op dit onmogelijke tijdstip.

Als ik beneden kom, staat mijn thee al klaar met een plakje peperkoek, is de auto reeds aan het opwarmen en hoef ik alleen nog maar de zware koffer in de achterbak te tillen. Zelfs de hond heeft al gepiest en de kat gegeten. “Kom op nou, mijn broer staat waarschijnlijk al, met min vijf, een kwartier buiten!” zegt de nerveuze echtgenote pinnig. Ik probeer de rust te bewaren om er zeker van te zijn dat er niets vergeten wordt. Eénmaal op de Noordendijk staat zwager inderdaad al met zijn eveneens enorme koffer te wachten. Hij is echter zeer goed gemutst en dat begrijp ik wel. Want we vervolgen namelijk onze weg naar mijn schoonouders, waar de twee zussen van de vrouw zich ook al verzameld hebben. Schoonmoeder heeft haar kinderen getrakteerd op een vakantieweek naar de zon. Alleen met haar eigen kinderen wel te verstaan en ook schoonvader gaat niet mee. Wat wel mag, is wegbrengen en aangetrouwde zwager en ik zijn de gelukkigen! Ophalen zou overigens ook erg op prijs gesteld worden, maar ik wil dat genoegen natuurlijk andere familieleden niet ontnemen! In het verzamelpunt op de Singel is het binnen “huize vakantiegangers” een drukke boel. Om vijf uur ’s morgens worden er uitgelaten dansjes gedaan en de één is nog nadrukkelijker aanwezig dan de ander. Het is combinatie van spanning en sensatie. Hoe zal het gaan met z’n allen? heb ik alles bij? Is het lekker weer daar? Moet ik nu al een pilletje voor de vliegangst nemen? Nog even en ze staan met z’n vijven luidkeels te zingen om de spanning te doorbreken. Schoonpa zit er met een slaperige kop bij en denkt duidelijk aan het moment dat iedereen is opgesodemieterd en hij weer onder de wol kan kruipen. Schoonma loopt voor de zoveelste keer haar lijstje na en is op van de zenuwen. Net herstelt van de tweede griepaanval in korte tijd, loopt ze als een kip zonder kop rond. Bij mijn eigen vrouw kun je inmiddels een ei in haar kont gaar koken. Als zwager de koffers gaat inladen, kijken de zusjes me met strakke koppies en grote ogen aan, alsof ze net als vroeger zo de bus in kunnen stappen voor een schoolreisje naar een onbekend pretpark. Het wordt duidelijk tijd om te gaan. Na het uitzwaaien gaan we op pad richting Schiphol. Koud onderweg, kan ik er bij Hendrik Ido Ambacht al weer af omdat schoonma toch nog wat vergeten is! “Godsammetruttenbolle, ik kan mezelf wel voor m’n kop slaan.”; zegt ze vol schaamte. “Laat ik de telefoon in de oplader zitten.” Hilariteit alom en de toon is gezet. Schoonpa wordt gebeld om klaar te staan met het, tegenwoordig onmisbare, kleinood. De beste man ligt reeds in zijn pendek op één oor en de zusjes zeggen dat hij maar mooi naar buiten moet komen met de telefoon. Het bederft de goede sfeer geenszins en na een voorspoedige trip en een geslaagde incheck kunnen we eindelijk ontspannen met z’n allen een bakkie doen. Daarna kusjes voor mijn schat en fijne vakantie gewenst. Veel plezier schoonfamilie! Ook ik ga genieten van een weekje rust. En wie weet kom ik jullie wel weer ophalen, maar dat laat ik nog even in het midden!

Wouter Kramer                                                                                                   Column 102, 19-01-2017

Alles went

alles went behalve1

…….behalve een vent. Dat is wat ik hier en daar wel eens hoor als ik me in vrouwelijk gezelschap bevind. Dat kunnen alleen zij bepalen neem ik aan. Hoewel er uiteraard ook mannen zijn die aan de grillen van een vent moeten wennen. Maar daar kan ik me niet helemaal in verplaatsen, dus dat laat ik hier gemakshalve maar even buiten beschouwing.

De veronderstelling, dat wij een lastig te beheersen verschijnsel zijn, doet vermoeden dat de overige zaken daarbij, voor vrouwen, een peulenschil zijn. Tenslotte alles, maar dan ook alles went! En er komen toch behoorlijk wat uitdagingen op hun levenspad voorbij. Wellicht ervaren vrouwen dit, in het licht beschenen van een relatie met een man, wel als een verademing. Hier wordt in mijn beleving wel een eigen graf gegraven. In zekere zin bewijzen wij mannen daarmee de vrouwen dus eigenlijk een grote dienst. Ik kan me namelijk wel een aantal zaken voor de geest halen waar ik als vrouw niet zomaar even overheen zou stappen. Desalniettemin went dit alles dus. Nu ben ik opgegroeid in een gezin met een moeder, twee oma’s, vier zussen en tientallen tantes en nichten. En weet dus uit ervaring dat klagen iets is dat erbij hoort. Wat me nu vreemd in de oren klinkt is, dat de onderwerpen van de klaagzang dus altijd over de onvolkomenheden van mannen of jongens zou moeten gaan. Niets is minder waar. Sterker nog, menigmaal diende er uitgehuild te worden tegen de brede schouder van een man en ook een luisterend oor bevond zich vaak aan een mannenhoofd. Met andere woorden; de vrouw went helemaal niet aan de ongemakken, pijnen en teleurstellingen van het leven. Het gezeur is misschien zelfs wel terecht!

Deze constatering zet me aan het denken. Ik ging er voetstoots vanuit dat de uitspraak: ”Alles went, behalve een vent” voor mannen, in deze door mij beoordeelde context, een negatief karakter heeft. Dat hoeft natuurlijk niet zo te zijn! Het ligt zelfs meer voor de hand dat het juist als positief punt aangehaald wordt. Men kan het beter interpreteren in de trant van; Het valt voor ons vrouwen allemaal niet mee, maar we gaan nu eenmaal om met onze repeterende ongemakken en pijnen. Hadden wij dit als vrouwen helemaal op onszelf moeten doorstaan, dan waren we als lemmingen van de rots afgesprongen. Gelukkig zijn mannen geen terugkerend ongemak en dus niet saai, voorspelbaar of pijnlijk. Nee, mannen zijn juist de rotsen in de branding en staan paraat op het moment dat je het niet meer verwacht. Tevens zijn ze er alleen als je ze het hardst nodig hebt. Daarbuiten heb je er geen ene klote aan en gaan ze hun eigen weg. Als brandweermannen in een kazerne, verzamelen ze zich in kantines en kroegen, om al kaartspelend en slap ouwehoerend de tijd te doden. Echter, wanneer de alarmbellen gaan rinkelen, dan nemen ze direct hun reddende taak op zich om hun eega’s bij te staan. Deze meerwaarde is ongeëvenaard, ongedefinieerd en onberekenbaar. Wij mannen zijn derhalve zo enorm belangrijk in hun leven, dat aan deze gelukzaligheid en houvast vrouwen nooit en te nimmer zullen, kunnen en willen wennen. Het enige dat nog ontbreekt, is een one-liner die de belangrijke rol van de vrouw voor de man benadrukt. Ik weet deze zo gauw niet te benoemen en daag vooral de vrouwen bij deze uit.

Wouter Kramer                                                                                                        column 54, 19-11-2015

Zussen

Waar columns toe leiden weet je van te voren natuurlijk niet. Ik zat laatst met mijn drie zussen aan een ronde tafel bij Café Boekmans in de Stadspolders, of ik toch vooral eens wilde uitleggen waar al de verhalen over de familie vandaan komen.

Door mijn oudste zus wordt ik op de vingers getikt over wat feitelijke onjuistheden. Zus nummer twee weet eigenlijk helemaal niet zoveel meer over haar jeugd en vindt het verleden niet altijd even makkelijk om aan herinnerd te worden. Mijn derde zusje wil eigenlijk het liefst regelmatig afspreken om gewoon te klaverjassen ofzo in plaats van die verhaaltjes te bespreken. Ik moet er om lachen en geef aan dat ik uiteraard schrijversvrijheid heb en mezelf niet ga verantwoorden voor mijn tekst. Bovendien blijft een ieder anoniem in mijn columns, dus kan niemand zich aangesproken voelen lijkt mij! Ik doe gewoon waar ik zin in heb en zolang ik dat leuk vind. Zo makkelijk kom ik er natuurlijk niet vanaf bij de meisjes. “Moet je zo nodig aandacht hebben of ben je wellicht gefrustreerd? Waarom gaat het zo vaak over het verleden, zit er je nog iets dwars?”

“Ik kan je een ontspannende klankschaalmassage geven hoor” zegt de één. De ander wil me wel even magnetiseren op een mat en gelijk een lichttherapiebehandeling laten ondergaan. Nummer drie geeft aan dat het er op lijkt dat ik het wel razend druk moet hebben omdat ik wat belangrijke sociale gebeurtenissen heb laten lopen. “Moet jij niet een beetje gas terug nemen Woutertje? Houd de basis goed in de gaten. Kun je bij mij altijd over komen praten, dat weet je toch? Ik wil je uitnodigen om een lekker biertje te komen drinken, kun je even lekker ontspannen”. Wat ben ik toch gezegend met mijn zusjes. Al die aandacht en die zorg is aan mij wel besteed en nooit te veel. Als enige jongen in het gezin ben ik echter heel mijn leven al verwend volgens hen. Als middelste kind met twee zussen boven me en twee onder me, onze jongste zus is helaas overleden maar ook vandaag gelukkig weer aanwezig, ben ik, ondanks de zelfde gezinsomstandigheden, in de ogen van de meiden altijd bevoorrecht geweest. De automatische band die zij mij, als zoon, met mijn moeder toebedachten, hebben zij node gemist en als naamgenoot van mijn vader werd ik regelmatig als de troonopvolger gepresenteerd. Dit heeft tot gevolg gehad dat enige zelfverzekerdheid mij niet vreemd is. In mijn beleving hebben mijn zussen, door de jaren heen, genoeg gedaan om dat zelfvertrouwen de grond in te boren om me met beide benen op de grond te houden. Maar mijn grenzeloze naïviteit heeft me gered.

Alles komt deze middag voorbij en, tussen de slappe lach en een gevoelige stilte door, wordt elk onderwerp bespreekbaar gemaakt. Er is vooral veel respect en liefde voor elkaar. Wat blijkt is dat onze verschillen een meerwaarde zijn om een hecht geheel te vormen. Er wordt zelfs nog even gesproken over een gezamenlijke tatoo ter nagedachtenis aan onze jongste zus. “Zijn jullie gek geworden!, aan mijn lijf geen polonaise”. Zo, de bubble is doorbroken door mijn nuchtere zus, godzijdank, het werd haast klef. We nemen er nog een drankje op en spreken af om binnenkort te klaverjassen. Mes op tafel uiteraard en niet soppen of takkebossen. Aan dek zei de meid.

Wouter Kramer
30-04-2015