Categoriearchief: column oktober 2016

WE SLAAN EEN JAARTJE OVER

verjaardag-dikke-dames

De vrouw is jarig. Uiteraard ga ik hier niet vertellen welke leeftijd ze vandaag bereikt heeft. Dat zeg je niet over een dame. Wel zou ik je kunnen vertellen, hoe jong ze zich graag voelt en dat haar, volgens eigen zeggen, volgend jaar een surpriseparty te wachten staat.

Het blijft een apart fenomeen, je leeftijd. Lang geleden wilde ik graag zestien worden om brommer te mogen rijden en vervolgens achttien voor de motor. Nu zie ik er helemaal niet naar uit om mijn seniorenpas op te halen en probeer ik krampachtig in mijn midlifecrisis te blijven hangen. Want als ik daar eenmaal doorheen ben, dan vrees ik te gaan verlangen naar een voetenbankje met sloffen en een dekentje over mijn benen. Hmmm, goed boek erbij met een glaasje cognac op de leuning van m’n luie stoel, haardje aan en de kat op schoot. Het klinkt ineens aantrekkelijker dan gedacht. Ik begeef me nu op glad ijs, ben ik bang. Nog maar even niet aan toegeven is het devies. Het feit dat mijn vrouw ook vele jaren jonger is dan ik en er nog twee van onze vijf kinderen thuis wonen, houdt me ook jong natuurlijk. Soms wordt het een gekunsteld stukje toneel en verlang ik naar rust. Maar goed, het gaat alweer over mij en zo is dit verhaal niet begonnen. Dit jaar vieren we de verjaardag alleen met de kinderen en hun aanhang. Jarige Jet heeft een hoop aan haar hoofd en wil graag rust en ruimte. Dit ligt dus niet aan de leeftijd, moge dat duidelijk zijn. Als een ware soepkoningin zal ze de selecte groep gasten, op deze memorabele herfstdag, trakteren op verse pompoensoep. Deze speciale culinaire gave wordt inmiddels zo gewaardeerd, dat onze oudste zoon al gevraagd heeft of er voor hem wat bewaard kan worden omdat hij, in verband met zijn avonddienst, niet bij het nuttigen van de delicatesse aanwezig kan zijn. Als ik dadelijk thuiskom, ga ik aan de slag met het dekken van de lange tafel en het entertainen van de gasten. Dat vind ik leuk, een beetje in het middelpunt van de belangstelling staan en bezig zijn, dan voel ik me fit en jong. Als het hele gebeuren achter de rug is en er wat drank in de man zit, zak ik tegenwoordig nogal eens als een plumpuddinkje in elkaar en merkt mijn vrouw laconiek op dat ik me weer eens uitgesloofd heb. “Alleen maar voor jou, liefste, alleen maar voor jou!”, pruttel ik dan waarschijnlijk nog even voordat ik in slaap sukkel.

Maar zover is het nog niet. Er dient eerst nog een cadeautje overhandigd te worden. Voor het eerst heb ik me hierover laten voorlichten. Voorgaande jaren ben ik voor diverse cadeaugelegenheden, en die waren er genoeg volgens de vrouw, op mijn intuïtie afgegaan. Niet dat ik altijd de plank mis sla, maar de ervaring leert dat, ondanks lieve complimentjes, sommige cadeaus niet gedragen, genoten of gebruikt worden. Ditmaal ben ik subtiel geattendeerd op een presentje. Hierbij is het verrassingselement niet vergeten en ben ik in de gelegenheid gesteld om te kiezen uit twee opties. Quasi nonchalant heb ik erbij gestaan toen de jarige in spé, in mijn beleving, duidelijk een voorkeur richting mijn brein trachtte te duwen. Enigszins opgelucht over deze manier van sturing, ben ik deze week het kleinood op gaan halen. De gezellige verkoopster prijst mijn inzicht in de wensen van mijn vrouw. Nu kan ik je verzekeren, dat het toch mogelijk is dat ik een verkeerde keus gemaakt heb. Volgend jaar, tijdens de surpriseparty, hoop ik te kunnen wijzen op mijn verstand van vrouwen.

Wouter Kramer                                                                      Column 93, 27 oktober 2016

DE WONDERLIJKE WERELD VAN DE TAAL

abc-dordt

Of is het, het taal? Mijn collega vraagt zich af of het “de CV” is, of “het CV”? Bijdehand meld ik dat beide kan. Alleen ligt het er dan aan waar CV voor staat. Het is “de” Centrale Verwarming maar “het” Curriculum Vitae. Waarom is me overigens onbekend. Misschien heeft het iets te maken met mannelijk of vrouwelijk? Geen idee! Maar goed dat er trucjes bestaan. Indien je het lidwoord “een” gebruikt wordt alles al gauw makkelijker, alleen wel wat algemener en indien je het zelfstandig naamwoord verkleint kan het lidwoord “het” sowieso altijd!

Verder is taal natuurlijk, voor de gewone sterveling, ook niet te volgen en ooit op gevoel bedacht. Dus is het niet vreemd dat de kaas in de verpakking “zit”, op tafel “staat”, om vervolgens in de koelkast te “liggen”. Is het willekeur, of zit er toch logica in de zinsopbouw? Ik weet nog van de lagere school dat we, naast allerlei benamingen voor woorden, ook verschillende termen hadden voor zinsdelen en tijdsvervoegingen. Ongetwijfeld zal de kenner nu al kunnen melden dat bovengenoemd, geen goede zin was of is! Tevens zijn er mensen die ik absoluut niet kan volgen. Het is de vraag of dit aan mij ligt of aan degene die iets vertelt. Sommige zaken, die niet voor mij bestemd zijn, hoef ik ook niet per se te begrijpen, ondanks dat ik wel degelijk versta wat er gezegd wordt. Pas wanneer men wilt dat ik iets begrijp, wordt het belangrijk dat zenden en ontvangen op elkaar worden afgestemd. Er zijn tegenwoordig tegeltjes met een tekst die zo krom is, dat het tot kunst verheven wordt. En terecht! Want ondanks of dat het grammaticaal nu klopt of niet, ik snap wat er bedoeld wordt. Knap dat je daar schijt aan kan hebben, omdat je geloof hebt in je eigen verhaal. Een drempeltje, dat ik heb moeten nemen om te gaan schrijven, is mijn beperkte kennis van de Nederlandse taal. Allerlei regeltjes zijn er bedacht om toch maar enigszins logica in taal aan te brengen. Maar het blijft natuurlijk frustrerend tegenover de exacte wetenschap. 1 + 1 blijft nu eenmaal altijd 2. Taal evolueert, ik heb een boek van voor de oorlog, daarin worden sommige woorden anders gespeld dan nu en als je de teksten op de mooie oude geveltjes van de Dordtse binnenstad bekijkt, moet je soms ook goed je best doen om te lezen wat er staat. Gelukkig wordt mijn tekst ook geëdit. Ik ben een perfectionist, alhoewel? Ik ben eigenlijk gewoon gevoelig op fouten. Daar word ik niet graag op gewezen. Jeugdtraumaatje denk ik! Als men tegen mij zegt: “leuk verhaaltje, maar jammer van de taalfoutjes”, ben ik toch niet tevreden met het compliment. Gelukkig weerhoudt het me niet van schrijven, daar ben ik dan weer ijdel genoeg voor.

Wat ik nog niet onder de knie heb, is om een bepaalt dialect of taalgebruik goed te beschrijven. Als ik aan het woord ben in gezelschap, wil ik nogal eens overstappen op een leuk dialect om mijn verhaaltje smeuïger te maken, of de lachers op mijn hand te krijgen. Van Rotterdams naar Haags en van Brabants tot Vlaams. Het blijft lastig om dit op papier tot zijn recht te laten komen. Ik zie het maar als een mooie uitdaging! Verder ga ik gewoon over op het ABN van Dordrecht. Want voor mijn gevoel spreek ik prefect Nederlands. Mijn collega’s doen hier een beetje schamper over en vinden me zo af en toe haast niet te verstaan. Snappie dannah, assofk un dealek heb ofso. Bietjie raor hé!

Wouter Kramer                                                                                                   Column 92, 13-10-2016

EVEN EEN BOOMPJE PLANTEN

herdenkingsbos

We waren laatst in Rotterdam aan de Wilhelminakade. Het was er een gezellige boel. Dit stukje Rotterdam is behoorlijk opgeknapt, het contrast tussen historisch oud en modern nieuw geeft het geheel, inclusief de cruise terminal, een internationale allure.

We liepen rustig richting Hotel New York en we waren op deze zonnige dag niet de enigen. Tegenwoordig kun je via een loopbrug ook naar Katendrecht en alleen de namen van wat cafés herinneren nog aan het hoerenverleden van deze buurt. Verderop ligt ook nog “De Rotterdam”. Het oude, inmiddels geketende, Holland-Amerika schip. De oude havens en veemgebouwen ademen nog een echte havenstadsfeer uit en in één van de oude pakhuizen hebben zich diverse vrijgevochten ondernemers gevestigd, die hun koopwaar aanbieden. Oude meubelen en tweedehands spullen domineren het interieur. Het oogt een beetje als een brocante waar je op je gemak ook wat kunt nassen. In de bonte verzameling van culturen en kleuren verdringen de heerlijke geuren van vers gebrande koffie, diverse kazen, worsten en specerijen zich richting je neus en het water loopt je in de mond. Omdat het zulk lekker weer is begeven we ons, sneller dan ons beu is, weer naar buiten. Aan de kade zijn pallets opgestapeld als tafels en banken om iets van een terras te creëren. Ondanks het krakkemikkig uiterlijk is er geen plaats onbezet. Zodoende zitten wij even later noodgedwongen op het nette terras van Ketelbinkie aan een versnapering. Hierbij kijk ik naar mijn bier en vraag ik me af waarom dit geen Oranjeboom bier is. Het beeld van de brouwerij, die hier ook ergens in de buurt moet staan, kan ik zo uit mijn geheugen vissen. Onder het motto “even een boompje planten” had dit biermerk in de jaren 80 even een opleving. Maar nu weet ik niet of het überhaupt nog bestaat.

Het is gelijk een mooi bruggetje naar de boom die binnenkort geplant wordt in het Herdenkingsbos “de Vlinder” bij het natuurgebied De Elzen in de Dordtse Louise en-Canneman Polder. Dit bos is een aantal jaren geleden ontsproten uit de gedachte van mensen om dierbaren te eren die op een te jonge leeftijd zijn overleden. De nabestaanden willen in de natuur, door middel van iets tastbaars en levends, stil kunnen staan bij dat verlies. Mijn vrouw, haar zussen en broer gaan nu in november een Zwarte Els planten om hun vader te gedenken. Omdat hij lang geleden uitgestrooid is, creëren ze nu voor zichzelf een plaats waar ze naar toe kunnen gaan. Het proces naar deze herdenking heb ik langs de zijlijn mogen aanschouwen. Ik vind dat mooi! Het begint met een idee, dan volgt er overleg, vervolgens moeten er keuzes gemaakt worden en ben je met z’n allen eigenlijk al bezig met herdenken en verwerken. Voor je het weet is de deadline van aanmelding verstreken en moeten er knopen doorgehakt worden. Dat is soms een zegen om tot beslissingen te komen. Keuze voor een boom is al zo’n ding. De één vind een eik van toepassing en de ander een Esdoorn. Vervolgens moet er nog een tekstje komen op het gedenkplaatje, weer zo’n moment dat beter snel besloten kan worden. Nu is het geregeld en iedereen is happy. Op naar de dag om te gaan planten. Mijn vrouw kennende, zal de Els wel een plekje bij het meertje krijgen, met de voetjes in het water. “Daar hield Pa van, dat heb ik van hem geërfd.” De volgende meldt dat de Els gelukkig niet zo doorsnee is, net als Pa. De tekst op het plaatje is uit het hart gegrepen. Gevoelig als Pa, roemt de ander en zwager wil er wel een boompje op planten, gezellig op die ouwe! Toch maar even checken of het bier nog bestaat.

Wouter Kramer                                                                                                      Column 91, 06-10-2016

hotel-new-york