Tagarchief: De Morvan

ALS EEN JONGE HOND

paco

’s Avonds om tien uur lag ik op m’n nest. En dat op een zondagavond, waar normaal gesproken ik altijd nog even het gezwam van de kenners bij Studio Voetbal aanhoor. Nu was ik versleten, wat zeg ik? Ik was gewoon kapot, gesloopt en klaar voor de wals.

Het was mijn tennisweekend en zoals gebruikelijk heb ik me weer uitgesloofd. In mijn herenteam op zaterdag noemen ze mij de Labrador, omdat ik elke bal probeer terug te brengen, hoe onmogelijk dit ook is. In het gemengde team van zondag, werd ik een jonge hond genoemd, omdat ik achter een raar weg stuiterende bal aanrende en daarbij vreemde haakse bochten nam. Toch was dit niet alleen de aanleiding voor het eind van mijn latijn. We zijn het er thuis al een tijdje over eens, om er een tweede hond bij te nemen. In het geval van mijn vrouw is het de aanzet tot een roedel en in mijn beleving eindelijk de kans op een hond, die groter is dan een doorsnee dwergkonijn. De criteria zijn bepaald op: De hond moet apporteren, een minimale schofthoogte hebben van vijftig centimeter, een pup zijn en mij aanspreken. Afgelopen herfst was het bijna zover. Op een hete zomerdag, tijdens een bezoek aan een Franse boerenrommelmarkt bij ons in de Morvan, was er een tentoonstelling van Franse jachthonden. Daar, in een grote kennel, lag een teef met zes puppy’s. Griffon Nivernais stond er op het plaatje en ik was verkocht. “Wat een leuke hond zeg!” Even voor de duidelijkheid: “Ik dacht dit alleen maar.” Want ondanks dat ik er wel uit was, dat we een tweede hond zouden nemen, was mijn systeem nog niet rijp voor een acute datum. “Jij vindt deze leuk he?” hoorde ik naast me. Vervelend zeg, die vrouwelijke intuïtie. Inmiddels weet ik, dat het ontkennen van mijn gevoel totaal geen zin heeft. Mijn super sensitieve wederhelft voelt met haar ogen, ruikt met haar oren en proeft met haar neus. Elk feromoontje, dat mijn poriën verlaat, wordt opgepikt en verraadt mijn gemoedstoestand. Soms haalt het volledig de spanning uit onze relatie, maar niet uit mijn frustratie. Die middag nog, werd mijn vrouw omringd door hitsige Franse hondenbezitters, die haar in het Morvandels probeerde uit te leggen dat ze over zes weken een pup kan ophalen. Een morsig kladje met een routebeschrijving werd in haar handen geduwd. Enigszins opgelucht dat dit wel zou overwaaien, nam ik afscheid van de rommelmarkt. Niet geheel toevallig waren we er zes weken later weer. Het kladje bracht ons wonder boven wonder op de plaats van bestemming, waar de zoon van de boer ons wist te vertellen, dat de laatste pup één dag ervoor verkocht was. Diep teleurgesteld, maar blij met mijn effort, heeft vrouw zich er overheen gezet. Tijdelijk weliswaar, want nu is het dan zover! Via een adoptiesite voor Spaanse zwerfhonden hebben we twee weken geleden kennis gemaakt met een pup van vier maanden. Toen vrouw vroeg: “Zullen we even gaan kijken?” Vertelde ik al: “Hondje kijken is hondje kopen hé!” Dat klopt dus gewoon. Paco is ons nieuwe gezinslid. Deze halfwindhond, van het Podenco ras, is gezien zijn karakter wel afwijkend van ons gezin. Ze zijn namelijk eigenzinnig, springerig, speels en hebben veel beweging nodig, anders worden ze saggerijnig. Nu hebben we Paco nog “af en toe” om te wennen en over een goede week permanent bij ons. Ik ben er nu al gek mee! Samen dollen en rennen in het park, heerlijk. Word ik dan toch een hondenmens? Nu wel op tijd m’n mandje in, net als onze jonge hond. Anders houd ik dit niet vol!

Wouter Kramer                                                                        Column 16-02-2017

IN DE VOETSPOREN TREDEN

column 72

Afgelopen week ben ik met mijn “eigen” kinderen op vakantie gegaan. Als drie-eenheid zijn we een week met elkaar opgetrokken in het boerenstulpje in Frankrijk. Bij het graven in onze herinnering kwamen we tot de conclusie dat het zeker vijf jaar geleden is dat we gedrieën op vakantie waren.

Destijds waren we inmiddels redelijk op elkaar ingespeeld, na het verlies van de spil in ons gezin. Mijn dochter had, tegen wil en dank, de vrouwelijke niche ingevuld en mijn zoon had het verlies van zijn moeder aangegrepen om met mij en zijn zus de band te versterken en zo de leegte op te vullen.

De afspraak die we gemaakt hadden: “Dat we niet naar de kloten zouden gaan”, was tot zover gelukt.

Het ergste dat ons toen kon overkomen was dat men ons zielig zou gaan vinden. Dat wilden we niet! Trots zijn we de toekomst tegemoet getreden en nu kunnen we, na tien jaar, terugkijken op het resultaat van onze stoere overlevingsstrijd.

Begin dit jaar hebben we besloten dat het tijd werd om weer eens met zijn drieën wat qualitytime met elkaar door te brengen. Dat idee is ondersteund door onze partners. Het lag voor de hand dat we naar het vertrouwde huisje in Frankrijk zouden gaan. Daar liggen veel herinneringen en kunnen we ons volledig in gemak op ons zelf en onze geschiedenis richten. In de aanloop naar deze week zijn er al wat spullen verzameld om mee te nemen. Langzaam maar zeker ben ik wat CD’s en DVD’s bij elkaar gaan zoeken. Achter in de kast, de hele serie van “Only fools and horses” en wat oude films boven water getoverd. En onder in de CD-lade Cornelis Vreeswijk, Herman van Veen en Ja Zuster, Nee Zuster weer afgestoft. Dochterlief regelt de belegde broodjes, dropjes en andere bekende etens- en drinkenswaar voor onderweg. Zoon neemt wat alcoholische versnaperingen mee, voor als we eenmaal gearriveerd zijn en zorgt, zoals altijd, voor wat spellen om de avonden te vullen. Midden in de nacht pik ik achtereenvolgens die meid en daarna die gozer op. Van mijn schoonzoon krijg ik nog het laatste album van Asterix de Gallier mee. Eenmaal onderweg haal ik met m’n zoon wat anekdotes uit diverse Asterix albums op en de toon is gezet. De eerste lachtraantjes lopen al over de wangen. Als we de grens met België passeren wordt uit volle borst “Suzanne” van Herman meegezongen en bij de overgang van België naar Frankrijk deinen we mee met “Bakker de Baksteen” van Cornelis. Onderweg al een heerlijk vers stokbrood gehaald bij een lokale patisserie. Daarna de eerste Franse lekkernijen ingeslagen. Goed gemutst rijden we de Morvan binnen en even later wordt in ons huisje de houtkachel opgestookt. Onthaasten is het woord en langzaam komen we in de “back to basic” modus. Halverwege de week gaan we, tussen het rommelen aan het huis en het genieten van de plaatselijke streekproducten door, naar Moulins. In deze prachtige oude stad van de hertogen van Bourbon, belanden we in een authentiek Grand Café uit 1899, grandeur komt je tegemoet, pracht en praal met een uitstraling welke hoort bij adel. De sfeer is prima en alles komt voorbij, verleden, heden en toekomst. Alles mag gezegd worden. Nooit heb ik me beter op mijn gemak gevoeld met mijn, inmiddels zo goed als volwassen, kinderen. Als op een gegeven moment blijkt dat ik, ondanks kritiek, toch weer op een voetstuk geplaatst word, geef ik aan dat zij bewezen hebben nu al verder te zijn dan ik op hun leeftijd. Ze hebben geen idee, dat ze ook mij overeind gehouden hebben en mogen gewoon zichzelf zijn en hun eigen pad kiezen. Ik zal vanaf de zijlijn trots en liefdevol meekijken.

imageWouter Kramer                                                                                                      Column 72, 14-04-2016